- Gegevens
- Geschreven door: Jempi Welkenhuyzen


Tra dolci colline & il mare
De Riviera del Conero is misschien niet bij iedereen zo bekend, toch heeft de regio enorm veel te bieden voor een ‘allround holiday’. Meer dan 20 kilometer kustlijn, baaien met blauwe-vlag-stranden en absolute aanrader: het Conero regionale park waar fauna en flora voor een overweldigend uitzicht zorgt over de Adriatische zee. Middeleeuwse stadjes liggen er relax bij. En kunst en cultuur, lekker eten en goede landwijnen zijn nooit veraf. In de beperking toont zich de meester, zegt het spreekwoord. En dus kiezen we voor een combinatie van strand en gemeentelijke uitstapjes. Maar kiezen is ook verliezen. Ancona, Camerano of Osimo zullen voor een andere keer zijn. Ik laat me eerst op sleeptouw nemen in Potenza Picena en Porto Potenza. Nadien volgen Loreto en Sirolo. Andiamo.
Klik hier voor de fotoreportage van Jempi Welkenhuyzen.
Terras op de Conero
Terrazza sul Conero, dat moet Potenza Picena zijn. Een heus kwintensens van de stad met het plattelandsleven, zee en heuvels, heden en verleden, kunst, agrocultuur en - toerisme. Niet te missen zijn het panoramisch uitzicht vanaf Belvedere il Pincio, de Piazza Matteotti met het gedenkteken van Scarfiotti, de kapel van Contadini en het Mugellini theater dat vlak naast het stadhuis ligt. Maar er wachten je vast nog andere verrassingen. Want wanneer je door de kraaknette straatjes flaneert, duiken er telkens weer kerken, villa’s of zelfs een heuse fototeca op. Mijn uitvalsbasis is Casa la Concia, een authentiek gerestaureerd huisje in de typische Marche stijl op vijf minuten lopen van het centrum. Elisabetta Manghini heet me warm welkom met allerlei lekkers uit de streek. Nadien volgt een ontvangst op het stadhuis aan de Palazzo Communale. Dit is de vroegere residentie van de bisschop. Onder de verschillende kunstwerken die er worden bewaard in de zgn. Sala Giunta tip ik je de Madonna met het kind tussen de heiligen Martino en Rocco, een schilderij uit de 16e eeuw van Simone De Magistris. De lokale overheid zegt mij er alles aan te willen doen om de stad op de toeristische kaart te zetten. En dus neemt gids Ilaria me mee naar het aanpalend Teatro Mugellini. Dat werd gebouwd tussen 1856 en 1862, ontworpen door G. Brandoni en vernoemd naar de bekende componist en pianist Bruno Mugellini, die afkomstig was van Potenza Pucini. Op de bühne zie je een mooi gerestaureerd gordijn gewijd aan de godin Minerva. Zij verzinnebeeldt Italië. Ze wordt geflankeerd door 2 figuren die de komedie en de tragedie voorstellen. Ook het plafond loont meer dan de moeite. Het prachtige canvas is geschilderd door Tinell.
Fototeca communale Bruno Grandinetti
Via smalle straatjes, herenhuizen en kerken belanden we bij Fototeca. Die is gehuisvest in de kerk van St. Catherine. Als de deur dicht is, moet je even aankloppen aan de overkant bij het drukkerijtje. Het fotomuseum herbergt een rijke verzameling aan kostbare camera’s die chronologisch tot de jaren ’80 van vorige eeuw staan opgesteld in kijkkasten. Het is een ongeziene privécollectie van Kodakmateriaal waar elke fotograaf stil van wordt. De kerkruimte wordt tevens gebruikt als tentoonstellingsruimte voor fotowerk. Een ander verborgen pareltje is de Congrega dei Contadini. Gelegen aan de oostkant van het historisch centrum van Potenza Picena, onder de Jezuitenkerk van St. Stefanus, bevindt zich een prachtige kapel met grote gewelven en kleurrijke fresco’s, toegeschreven aan Benedetto Biancolini. Het was de ontmoetingsplaats van de lokale boeren en boerinnen destijds, maar wordt nu gebruikt voor concerten en exposities. Vlakbij is het klooster van Suore Dell’Addolorata, een klooster dat aan kinderopvang doet. Je kunt er alleen onder begeleiding binnen. De zusters weven er nog satijn en damast. De collectie weefgetouwen tonen je de techniek, maar staan er eerder stoffig bij.
Il Pincio Panorama
Eerst een lekkere pistachecroissant staande de koffie bij Mastri Fornai. Het bord zegt ‘sinds 1919’ maar de bakker in huis is beduidend jonger. Hij kreeg de stiel van vader op zoon. Lekker dus. Daarna op pad langs het Monastero delle Benedetti. Het is er sereen stil wanneer ik binnen stap. Een luik als communicatiemogelijkheid. Maar dicht. Geen koekjes te koop vandaag, zo blijkt. Ook andere huizen kennen tal van verhalen. Denk aan de Hebreeuwse opschriften op gevels, het huis van Bisschop Bravi of een voormalig opvanghuis voor wezen. Een stadswandeling kan je niet eindigen zonder halt te houden aan het schaduwrijke plein van Il Pincio. De zogenoemde ‘Belvedere Donatori di Sangue’ tonen je een fantastisch panorama van de zee tot Conero met de blauwe bergen enerzijds en de zee anderzijds is dit punt wel één van de meest indrukwekkende viewpoints in de Marche streek. Onder het toeziend oog in je rug van een zuil die vertelt hoe inwoners van Potenza Picena op zoek gingen naar het geluk in Buenos Aires. Uiteraard, hoort het dat je ook luistert naar je inwendige mens. Tussendoor een vers gebakje, een ijsje of een buon caffé, valt niet te versmaden. Overigens, een tip? Medio september is er het zogenoemde ‘Grappolo d’ Oro’ waar alle de horeca je laat kennismaken met de regionale keuken en er tal van wijntastings zijn.
Porto Potenza
Het bezoek aan de regio rond ik af met een wandeling langs het strand in Porto Potenza. Fijn zand en een kristal heldere zee, meer moet je niet hebben als toerist om te ontspannen. Dat hebben de locals ook zo begrepen. Ze kwetteren er lustig op los op de strandstoelen vanachter hun parasols. Op loopafstand vind je de 16e eeuwse haventoren, Torre del Porto, vlakbij de Sint Annakerk. Een klein museum voert je naar de top waar je een prachtig uitzicht krijgt over 6 kilometer kustlijn. Nog bezienswaard is Villa Buonaccorsi, met zijn fraai geconserveerde Italiaanse tuinen. En als je, zoals in de meeste badplaatsen, aan windowshopping wil doen, dan passeer je zeker Piazza Douhet, het centrale plein dat overdekt is met bomen. Altijd zo handig in zomertijd.
Buon Appetito
De Marche ligt geprangd tussen de Apennijnen en de Adriatische zee. Klimaat en ondergrond zijn dus zeer geschikt voor wijn- en olijfbouw. Daarom hou ik halt bij Casalis Douhet, aan de Via Contrada Monte Corialano in Porto Potenza Picena. Dé roots van de ‘enologo’! De boerderij telt 160 ha, waarvan 40 Ha voor de wijnbouw, evenveel voor de olijfgaarden en 80 Ha wordt ingezet als akkerland. De percelen worden gevormd door een medium zanderige ondergrond, maar door de lage heuvel met zicht op zee en de vele uren zon, vormt dit land een uitstekende voedingsbodem voor inheemse druiven als de witte Ribona of de Passerina, naast de bekende Pinot-Grigio of de Chardonnay. Ook de rode Multipulciano- en Sangiovesedruif, samen met de bekende Merlot en Cabernet Sauvignon doen het uitstekend. Casalis Douhet zweert bij de Guyot snoei. Dat betekent een relatief lage opbrengst, wat de kwaliteit ten goede komt. De gemiddelde druivenopbrengst per Ha is 8000 kg oftewel ongeveer 2 kg voor elke wijn. Het wijnhuis dateert van 1899, maar men cultiveert hier sinds 1980. Op het etiket noteer ik de beschermde oorsprongsbenaming (BOB) die hier als ‘PGI’ en ‘DO’ door het leven gaat. “La vite... momento di vita”, heet het en bij Casalis Douhet wordt daar prompt “momento d’insieme’ aan toegevoegd, waarna het hele gamma, goed voor 12 wijnen, de proeverij passeren. En het moet gezegd: onder de kurk zit pure poëzie. Ik noteer er twee: Villa Casalis Colli Maceratesi Ribona. Deze witte 100 procent Macetino is een intense, aromatische wijn, met bloemige toets en geel fruit. Fris en vol in de mond met licht bittere afdronk, typisch voor deze druif. Bij rood onthou ik de Codriolano Rosso. Dit is een krachtige blend van Cabernet Sauvignon, Merlot en Multipulciano. Zacht fruit, dynamisch en kruidig, met mooi hout in de neus.
Of ze deze wijnen ook aanraden bij Ristorante Il Pontino weet ik niet, feit is dat dit restaurant me erg verrast. Doodgewoon aan de buitenkant, buitengewoon langs de binnenzijde. Je loopt er zo voorbij ware het niet dat ik getipt was. En dat zou zonde zijn geweest, want hetgeen Ottaviano Pellini hier op tafel tovert is absoluut top. Je kunt er à la carte een menuutje samenstellen. De lokale bevolking geniet van afhaal (d’asporto) en met I panini Gourmet kun je er ook langslopen voor een lekker aperitiefmoment. Gemiddeld ben je 30 euro kwijt. Een glas pro secco kost je amper 3 euro! Enkele tips: Tonno Tataki, Amberjack of een Spaghettoni ‘Pastifico Mancini’. Laat het smaken!