- Gegevens
- Geschreven door: Koos Daley, PhD


In de San Luis Valley, een hoge bergvallei in Colorado
Ik geniet altijd als ik mijn broers columns (Hans Adema) lees over voedsel, vogels, paddenstoelen, en andere esoterische dingen. Niet alleen zijn ze goed onderzocht en interessant, maar de familieherinneringen die Hans tussen zijn verhalen weeft geven me vaak heimwee als ik over mijn jongere jaren denk. Ik ben 57 jaren geleden naar Amerika geëmigreerd en ik heb 35 jaar in Alamosa gewoond op 2300 meter boven zeeniveau. Mijn huis ligt aan de Rio Grande en ik heb een hectare land. De tuinvogels hier verschillen niet zo veel van de tuinvogels in Nederland, maar we hebben hier vogels die ik nog nooit gezien had.
Duizenden kraanvogels (Antigone canadensis) komen twee keer per jaar door onze vallei. In de herfst zijn ze op weg naar warme streken zoals New Mexico en Mexico en verder zuid. In de lente zijn ze op terugweg naar Nebraska en Kansas en verblijven ze een paar weken in de Vallei. Het is indrukweekend om de balts te zien als de kraanvogels gaan paren. Ik word vaak wakker als ik hun mysterieuze geroep hoor in de vroege morgen als ze over de rivier vliegen. Toen we net in Alamosa woonden, waren er nog een paar whooping cranes (Grus americana) tussen de Kraanvogels. Maar die zijn verdwenen en staan nu op de bedreigde vogels lijst.
Alhoewel veel Canadese ganzen (Branta canadensis) naar het zuiden vliegen iedere winter, zijn er veel die overwinteren dicht bij mijn huis, met temperaturen die wekenlang -20° Celsius of kouder zijn. Hier staan ze achter mijn huis op de bevroren Rio Grande. Nu, in begin maart, vormen ze paren en maken nesten in het riet aan de oevers. Het is een prachtig gezicht als ze over de rivier vliegen in een perfecte V.
Dichter bij huis, hebben we onze gewone kleine vogels, zoals vinken, koolmezen, zwaluwen, spechten, soms een ijsvogeltje, juncos, boomklevertjes en musjes.
Als ik in bed lig, luister ik naar de uilen in de boom naast mijn raam. Het is een spookachtig geluid en ik denk altijd aan de Amerikaanse indiaanse legende dat de uil je naam roept als je dood gaat. Ik luister voorzichtig en hoop dat de uilen Koos of Jacoba niet kunnen uitspreken.
Nu dat het weer wat warmer wordt en het overdag boven de nul graden is en de sneeuw langzamerhand begint te dooien langs de rivier, komen de adelaars en haviken terug naar hun nesten of beginnen nieuwe nesten te bouwen. We kijken al jarenlang naar dezelfde nesten en verbazen ons over de zorg die beide ouders geven aan het grootbrengen van de jonge vogels. Een blijft altijd op of bij het nest terwijl de andere op kleine en middelgrote knaagdieren jaagt. Eens viel er een havik op mijn patio met een eekhoorntje in zijn snavel die te zwaar was om mee te vliegen.
Behalve vogels, heb ik ook andere bezoekers op mijn land. Er zijn veel muilezelherten en ze zijn zeker niet welkom. Alle bloemen, groenten en kruiden die ik ooit geplant heb vreten ze op. Ze zijn vooral dol op tulpen en ze poepen overal op mijn netjes gemaaid gras. De mannetjes zijn prachtig met indrukwekkende geweien, en regelmatig stoppen er mensen om te vragen of ze mogen jagen, maar ik woon binnen de stadsgrens, dus het is streng verboden. De baby’s worden geboren met witte stippen en ik noem ze altijd Bambi. De baby op de foto lag verscholen in de uiterwaarden waar ik aan het maaien was en ik reed er haast overheen. Ik stuurde de foto naar mijn zusje in Nederland die onmiddellijk verklaarde dat de hertjes alles in haar tuin mochten opeten als ze bij haar in Driebergen kwamen wonen!
Vossen, wasbeertjes, stekelvarkens, bevers, en stinkdieren komen vaak op visite. Stinkdieren zijn zeker niet welkom vooral niet wanneer ze gevaar ruiken en de hele omgeving met geurvlaggen verstieren! Een keer hadden de buurhonden gevochten met een stinkdier en moesten in tomatensap gewassen worden, een bewezen middel tegen de stank van een stinkdier. Omdat de bevers niet alle ratelpopulieren omknaagden, moesten we kippengaas om de boomstammen wikkelen. De Noord Amerikaanse antilope, niet een echte antilope, maar een gaffelbok, zijn er in grote kuddes. Ze zijn schichtig en moeilijk te fotograferen want ze rennen weg zo gauw ze gevaar voelen. Ze zijn een van de snelste Noord Amerikaanse landdieren en kunnen snelheden van meer dan 80 kilometer per uur halen. Ze zijn prachtig om te zien als ze met volle snelheid door de sneeuw rennen.
Om bergschapen (Moeflons) te zien moet je een beetje verder van huis, maar we zien ze vaak als we in de vroege morgen door de bergen rijden. Ze zijn zeker niet bang voor mensen en makkelijk te fotograferen. Ze zijn de officiële mascotte van de staat van Colorado.
Dicht bij mijn huis op de dijk van de Rio Grande, een favoriet wandelpad, staan verschillende borden met informatie over wat te doen als je een poema ontmoet. Er zijn ook soms beren die de stad komen bezoeken om voedsel te vinden.
Ik heb een paar keer een beer gezien; een grote zwarte beer was een keer in een boom geklommen tegenover de lagere school in Alamosa. Hij moest verdoofd worden en werd terug gebracht naar de bergen De hele stad kwam kijken naar het spannende tafereel! Zelf heb ik nooit een poema ontmoet alhoewel ik de dijk paden dagelijks loop. Maar een van mijn studenten die op ons huis paste heeft er verschillende gezien in de uiterwaarden van de rivier bij ons huis. Alhoewel ze contact met mensen vermijden, zijn ze gevaarlijk. Misschien is het veiliger en wat meer rustig om in Leiden of Driebergen te wonen, maar ik zou zeker mijn dierenvrienden en -vijanden missen.