- Gegevens
- Geschreven door: Hans Adema


Mijn zusje in Amerika had een antwoord op het Maggi verhaal. Daar dit citaat uit: “I have lived in Colorado for the last 56 years and miss even the boring and simple meals my mother served all ten of us each night. You always knew what day it was by what we ate!” Dit is iets te zwart-wit weergegeven.
Klik hier voor de foto’s van Hans Adema.
Het is een enorme opgave om voor zo een groot gezin iedere avond een complete maaltijd voor te schotelen. Daarnaast was het relatief kort op WO II, hetgeen ook nog beperkingen meebracht. Waar mijn zus wel gelijk in had was de horizontale programmering, maar ik had de indruk dat dat voor meer gezinnen in mijn vriendenkring gold. Er is zelfs een reclameslogan van: ‘woensdag gehaktdag!’, ik denk een van de meest succesvolle reclameslogans ooit, die anno 2023 nog steeds gebezigd wordt. En er is niks mis met een lekkere bal met mosterd. Nee, niet met mayo! Op een goede gehaktbal hoort een lekkere pittige mosterd zoals Löwensenf of Dyon.
De wekelijkse dis
Maar ik loop even de week met u door. Op maandag restjes. Tot grote ergernis van mijn oudste zus. Opwarmen van spinazie. Oei, dat zorgt voor veel sulfiet en nitriet. Nu geloof ik niet dat beide zo veel kwaad kunnen. Ik heb het net opgezocht bij het Voedingscentrum, je mag spinazie gewoon opwarmen. Het wordt er wel niet lekkerder op. En op maandag ook vaak gebakken aardappeltjes. Vond ik en vind ik heerlijk! Vooral de kruimige aardappelen van vroeger, maar die bestaan niet meer. Eigenheimers en bintjes. Bij de teelt ervan is te veel kunstmest en bestrijdingsmiddel nodig, dus die zijn vervangen door andere rassen. Heel grote eigenheimers en bintjes worden nog wel geteeld voor de patatindustrie, verkrijgbaar bij de aardappelboer in Leiden onder de naam ‘bonken’. We hebben in Leiden een winkel die uitsluitend aardappelen verkoopt! Dan denk je kan je daarvan leven? Het antwoord is volmondig “ja!”. Op zaterdag staat er een rij klanten tot op straat. Maar ze hebben dan ook puike kwaliteit en zijn heel schappelijk in prijs. Voor mijn kookclub in café Het Keizertje maakte ik regelmatig gevulde gepofte aardappelen. Daarvoor haalde ik de bonken bij de aardappelboer. Lekker met onder andere blauwaderkaas!
Dinsdag was in de winter vaak gestampte rauwe andijvie met een gebakken tartaartje. Vind ik ook nog steeds heerlijk. In de zomer vaak sla, gekookte aardappelen en plakjes rollade. Mijn moeder had de gewoonte om het tartaartje te marineren in melk. Opgezocht op internet: Melkmarinade zorgt voor overheerlijke jus! En dat kan ik me herinneren!
Woensdag heb ik al gememoreerd: gehaktdag. Ik weet nog goed dat ik op zijn eerste binnenlandse excursie als student biologie op Texel logeerde in de jeugdherberg de Eyercoogh. Alleen die naam al! Gaf precies weer wat het was. Met een enorme schriep als jeugdherberg-‘vader’. Op een dag kregen we een gehaktbal. Ik was die van mijn moeder gewend en pakte mijn vork om hem lekker aan te prikken. Maar zo hard als ik de bal raakte, zo hard veerde de vork weer terug. Het leek wel gummi! Ja, een goede gehaktbal maken is niet iedereen gegund! En zeker geen gierige jeugdherberg-‘vader’.
En dan donderdag. Mijn lievelingsdag. Bruine bonen met uitgebakken vet spek. Als ik uit school kwam en de deur opendeed kwam de geur van de bruine bonen me al tegemoet. Mijn moeder moest eerst (later helaas wel) niets van bonen uit een potje weten. Nee, eerst rauwe bonen 24 uur weken in koud water en dan koken. Vervolgens vet spek uitbakken. Was de taak van mijn broer Frits of van mij. Nog doe ik dit graag. Kreeg ooit de opmerking dat dat te vet was. Onzin. Het vet bak je eruit! Ik heb wel iemand moeten zeggen dat het gestolde vet ongeschikt is om vetbollen voor de vogels mee te maken, veel en veel te zout!!!
Vrijdag uiteraard geen vlees, wij waren streng Roomsch-Katholiek (Met ’sch’!). Dus vis. Heb ik in een eerdere column al over verteld, diepvries kabeljauwblokken van Iglo. Yech!!! Vind ik nog steeds smerig. Er ging een wereld voor me open toen ik bij mijn vriendin Gonnie thuis een gebakken scholletje at. Nooit geweten dat vis zo lekker kon zijn! Ik weet nog dat mijn moeder met afgrijzen keek naar mijn broer Liekele, die zijn zelf gevangen scharretjes bakte. Nooit begrepen.
Zaterdag was een dag apart. Omdat we ’s avonds ieder ons eigen gang gingen, werd er tussen de middag warm gegeten. Maar eenvoudig, soep en brood. Mijn moeder bestelde op vrijdag altijd reuzel bij de slager en bakte dat zaterdagochtend uit (na het maken van de gehaktballen voor woensdag!). De kaantjes waren dus eigenlijk een afvalproduct! Dus brood met kaantjes bij de lunch op zaterdag. Wie kent dat nog en vindt het nog lekker? Ik wel! Ooit met de kroeg in Brabant een ouderwetse Brabantse koffietafel gevierd, op weg naar de Leeuw Brouwerij. En, zoals het hoort bij een Brabantse koffietafel, kaantjes! Veel van de deelnemers keken er met scheve ogen naar! Ze wisten niet wat ze misten!
Als we geluk hadden werden er wentelteefjes gebakken, door mijn nu in Amerika wonende zus! En -dat vond ik minder- griesmeelpudding toe! Hoewel ik wel griesmeel in huis heb. Maar ja Groningers hebben ook altijd het benodigde in huis, zoals strokarton!
Maar dan de zondag. Iets luxers dan door de week. Maar ik vond van niet. Ik vond de zondagse dis juist saai. Vooral ook omdat er vaak bloemkool met een maïzenapapje als saus en geraspte nootmuskaat op het menu stond. Lust ik nog steeds niet. Jarenlang een aversie tegen geraspte nootmuskaat gehad. Totdat ik het nodig had in Indonesische gerechten! Daarentegen was spinazie met hardgekookt ei en soldaatjes overheerlijk. Soldaatjes? Ja, driehoekjes geroosterd brood. Ook weer zoiets van: ‘wie kent dan nog?’ En snijbonen met witte bonen: blote kindertjes in het gras. (ook wel blote billetjes in het gras). Mijn kleine zusje en ik moesten de snijbonen malen in een ouderwetse snijbonenmolen.
En het toetje op zondag. In de winter Chocoladevla, gewoon uit een fles! Nee, geen pak natuurlijk, een herbruikbare fles! Met schuimpjes. Die je met je lepel in één klap doormidden moest hakken zonder te knoeien. Was een soort wedstrijd! En in september druiven toe. Frankenthalers uit het Westland. De lekkerste druiven ooit, maar helaas ten onder gegaan aan de hoge kosten van het telen, vooral toen de Griekse en Turkse Sultana’s hier kwamen. Mijn vader gaf me de opdracht de zilveren druivenschaar te pakken. (De huishoudschaar van mijn moeder, ik heb die nog steeds. Is wel bot nu!)
Taakverdeling
We hadden met het grote gezin uiteraard een taakverdeling in het huishouden. Ik moest tafeldekken en boodschappen doen. En samen met mijn kleine zusje afwassen. Boodschappen: bij de groenteboer geschrapte aardappelen. Die dan thuis door mijn zusje Tressa gepit werden en vervolgens gekookt. Een keer zei mijn moeder: “wat schuimen die aardappelen toch!?” Had mijn zusje er per ongeluk soda in gedaan in plaats van zout.
Feest: erwtsensoep
Wat verder een feest was: Twee keer in de winter kookte mijn moeder een gamel erwtensoep. Rotklus. Maar wel met echte varkenspoot! Kom daar nu eens om! En traditioneel, met pannenkoeken toe, die door Tressa en mij gebakken werden. En bij de erwtensoep zelf Frans stokbrood. Dat was niet standaard te koop bij HUS (Lensvelt Nicola, King Corn). Moest twee (!) dagen van tevoren besteld worden. Anno nu is dat ondenkbaar!
Kookboek!
Zo dat was de week rond. Zoals u ziet ben ik wat genuanceerder wat betreft dat ‘boring food’. Wat ik nooit begrepen heb, maar daar heb ik al eerder over gerapporteerd, is het star vasthouden van mijn moeder aan de voorschriften van Wannee, ‘Kookboek van de Amsterdamse Huishoudschool’! Maar ik heb het exemplaar van haar in mijn bezit, en ben er heel trots op. Het restaureren was € 60,00, maar was me meer dan waard. En gaat te zijner tijd naar de dochter van mijn jongste zus. Ik wil dat het in de familie blijft! Al was het alleen al vanwege de opdracht van mijn vader op hun verlovingsdag in 1934!!!